MRI-onderzoek rond de geboorte
Een aantal deelnemers van YOUth Baby & Kind doet ook mee aan onderzoek naar de hersenontwikkeling van baby’s voor en vlak na de geboorte, door middel van MRI-scans. Honderd zwangere vrouwen en hun baby’s gaan meedoen aan deze MRI-studie.
Wat gebeurt er tijdens deze studie?
We maken bij 30-34 weken zwangerschap een MRI-scan, die de hersenen van de ongeboren baby in kaart brengt. Vlak na de geboorte (maximaal 30 dagen na de bevalling) gaan de baby’s opnieuw in de MRI-scanner. Dit is veilig en doet geen pijn.
Dit MRI-onderzoek vervangt niet de reguliere zorg, die blijft in handen van het Wilhelmina Kinderziekenhuis. Het onderzoek is wetenschappelijk en dus geen screening op problemen of ziekten in de hersenen. Het kan zijn dat we bij toeval iets ontdekken. Lees hier wat we doen als er toevallig iets ontdekt word.
Het doel van het onderzoek? De hersenontwikkeling van deze gezonde kinderen vergelijken met die van prematuur geboren baby’s. Door MRI-onderzoek te doen tijdens én na de zwangerschap kunnen we de hersenontwikkeling ook over de tijd bekijken. Lees meer over hersenontwikkeling rond de geboorte.
Veelgestelde vragen over MRI rond de geboorte
Is een MRI-scan gevaarlijk?
Nee, een MRI-scan is niet gevaarlijk. Een MRI-scan zoals wij die uitvoeren is veilig en doet geen pijn. De beeldvorming van een MRI-scan komt tot stand door geluidsgolven te sturen in een magnetisch veld. Dit is dus geen schadelijke straling, zoals röntgenstraling. Daarnaast wordt het MRI-onderzoek met gezonde baby’s al in heel veel andere landen gedaan. Dit blijkt erg goed te gaan.
Zijn er ernstige effecten bekend van een MRI-scan bij baby’s?
Nee. Wereldwijd ondergaan jaarlijks veel baby’s een MRI-scan. Alleen al in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) gaan jaarlijks ruim 300 pasgeboren baby’s in de MRI. Die kinderen worden gevolgd tot een leeftijd van vijf jaar in een follow-up programma. Binnen deze groep zien we geen problemen in relatie tot de MRI die eerder is ondergaan. In andere landen wordt al langer MRI-onderzoek met gezonde baby’s uitgevoerd. Ook daarvan zijn geen ernstige effecten bekend.
Is het geluid van een MRI-scan schadelijk?
Een MRI maakt veel lawaai, wel meer dan 100 decibel. Dat is vergelijkbaar met het niveau van een voorbij razende trein. Daarom zorgen wij ervoor dat baby’s drie lagen aan gehoorbescherming dragen tijdens de scan. Hierdoor hebben de kinderen geen last meer van het geluid en is het ook niet schadelijk.
Is een MRI-scan heel heftig voor een baby?
Nee, bij een goede voorbereiding is dat niet het geval. Voorafgaand aan de scan wordt een kindje gevoed. Daarna wordt de baby ingebakerd. We weten dat kindjes na een voeding meestal diep in slaap vallen, waardoor ze rustig en comfortabel zijn. Tijdens de scan wordt voor baby’s gehoorbescherming gebruikt die bestaat uit drie lagen.
Daarnaast worden vitale functies, zoals zuurstofgehalte in het bloed, hartslag en ademhaling goed in de gaten gehouden door een kinderarts-neonatoloog of een gespecialiseerd verpleegkundige. Als die afwijken van normaal of als een baby gaat huilen, kan dat betekenen dat een kindje zich niet comfortabel voelt. Dan wordt het onderzoek altijd gestopt en wordt het kindje indien nodig getroost. Van claustrofobie en verveling is bij baby’s nog geen sprake. Het is mogelijk om met je kind mee te gaan in de MRI-ruimte, we plaatsen dan een stoel naast de scanner.
Waarom moeten er ook gezonde kinderen in de MRI?
De hersenontwikkeling van premature baby’s loopt vaak vertraging op waardoor zij op latere leeftijd cognitieve en sociale problemen ontwikkelen. Door zowel de gezonde als de te vroeg geboren groep met elkaar te vergelijken, hopen we beter inzicht te krijgen in de hersenontwikkeling van baby’s en zo betere voorspellingen te kunnen doen van mogelijke problemen die prematuur geboren baby’s kunnen ontwikkelen.
Daarnaast willen we meer weten over de relatie tussen de groei van de hersenen en de ontwikkeling op latere leeftijd. De uitkomsten kunnen kinderen in de toekomst helpen. Bijvoorbeeld om de screening in de zorg te verbeteren bij kinderen die een afwijking hebben in de hersengroei.
“We kunnen nu nog beter inzicht krijgen in de manier waarop het kinderbrein gevormd wordt, en welke factoren daar een rol bij spelen.”
– Chantal Kemner, hoofdonderzoeker van YOUth