Het laatste nieuws
‘Wie meedoet aan YOUth helpt de kinderen van morgen’
Charlotte Onland-Moret ziet bij YOUth 6.000 kinderen opgroeien
Het is feest in het KinderKennisCentrum: we hebben bij YOUth onze duizendste deelnemer begroet. Een mooie mijlpaal! We gaan nog even door, want in totaal gaan 6.000 kinderen bijdragen aan ons onderzoek. Wie zijn al die jonge deelnemers eigenlijk, en wat willen we allemaal over ze weten? Charlotte Onland-Moret denkt na over de samenstelling van de groep en bewaakt de kwaliteit van het onderzoek. ‘Wie meedoet aan YOUth helpt de wetenschap en de kinderen van morgen enorm.’

Charlotte Onland-Moret
YOUth brengt in kaart hoe kinderen opgroeien en hoe het jonge brein zich ontwikkelt. Hoe beïnvloedt alles wat daarbij komt kijken het gedrag van een kind? Om hier antwoorden op te vinden kun je niet ‘zomaar’ een aantal kinderen onderzoeken. Je moet eerst bedenken hoe die groep eruit moet zien. Charlotte: ‘Over wie willen wij iets zeggen als het onderzoek is afgerond? Is de groep die uiteindelijk meedoet een goede afspiegeling van de mensen over wie ik iets wil zeggen?’ Als je weet wie je gaat onderzoeken, kun je bepalen hoe je dat gaat aanpakken: ‘Wanneer wil je ze zien, hoe vaak wil je ze zien? Dat zijn allemaal keuzes. Wat doen we met (stief)broertjes en zusjes, en met adoptiekinderen? Daar moet je over nadenken.’
Wie, wat, waar en waarom
Het onderzoeksteam bepaalde twee momenten waarop mensen kunnen instromen. Charlotte: ‘Ten eerste zwangere vrouwen met hun baby’s, die we volgen tot ze een jaar of zeven zijn. Dat gedeelte van het onderzoek heet YOUth Baby & Kind. Daarnaast volgen we kinderen vanaf 8, 9 of 10 jaar tot ze jongvolwassen zijn, dat is YOUth Kind & Tiener. Doordat we beide groepen volgen ontstaat een compleet beeld van hoe een kind zich ontwikkelt, vanaf de baarmoeder tot de vroege volwassenheid.’
De zwangerschap en de (pre)puberteit zijn cruciale momenten in een jong leven: ‘Als je iets wilt zeggen over hoe gedrag ontstaat moet je beginnen bij de conceptie’, vertelt Charlotte. ‘In de baarmoeder krijgt een kind al te maken met allerlei invloeden van buitenaf, die daar een rol bij spelen. Kinderen die de puberteit ingaan zijn ook een hele belangrijke groep. Op dat moment in je leven maak je een hele sterke ontwikkeling door.’
YOUth gaat over kinderen uit alle lagen van de Nederlandse bevolking: ‘Dat is in de praktijk best lastig, omdat we sommige mensen moeilijk kunnen bereiken. Niet iedereen spreekt bijvoorbeeld goed Nederlands, terwijl dat wel nodig is als je meedoet aan het onderzoek omdat alle vragenlijsten in het Nederlands zijn. We werven onze deelnemers in de provincie Utrecht. Zo blijft de reistijd te overzien voor deelnemers. Volgens het CBS is de Utrechtse bevolking een goede afspiegeling van heel Nederland.’
YOUth onderzoekt maar één kind per gezin: ‘Mensen vragen vaak waarom niet allebei hun kinderen mee mogen doen. Kinderen uit hetzelfde gezin groeien op in dezelfde omgeving, en ze delen erfelijk materiaal. Daardoor lijken de metingen die we bij broertjes en zusjes doen erg veel op elkaar. Daardoor heb je nog veel meer dan 6.000 kinderen nodig om conclusies te trekken die voor alle kinderen gelden. Om die reden hebben wij besloten om maar een kind per gezin mee te nemen.’
Het brein van groot en klein
Charlotte: ‘Onze hoofdvraag is expres heel breed, omdat we zoveel mogelijk gegevens van hoge kwaliteit willen verzamelen. Hiermee creëren we een infrastructuur waarmee langdurig hoogstaand wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd kan worden. Andere onderzoekers kunnen met onze data uiteindelijk allerlei wetenschappelijke vragen over kinderen en hun ontwikkeling beantwoorden. Dat maakt het ook uitdagend: we moeten ons onderzoek zo inrichten dat we ook dingen waar we nu nog niet aan denken, straks wel kunnen onderzoeken.’
YOUth heeft een duidelijke focus: hersenen en gedrag. De onderzoekers verzamelen daarover bij alle deelnemers een berg gegevens van onschatbare waarde. Ze meten en wegen, stellen vragen, en kijken hoe kinderen (samen met hun ouders) praten, kijken en spelen. En ze bestuderen natuurlijk uitgebreid het brein. Charlotte: ‘Wij meten hoe de hersenen groeien en zich ontwikkelen vanaf de zwangerschap tot ongeveer 18 jaar. Eerst met 3D-echo’s in de baarmoeder, met EEG bij baby’s en bij oudere kinderen met MRI-scans. Wij kijken als enige langlopende onderzoek niet alleen naar de vorm en grootte van de hersenen, maar ook naar de hersenfuncties: wat gebeurt er in je brein als je een bepaalde taak uitvoert?’
De deelnemers van YOUth Kind & Tiener komen maar één keer per 3 jaar langs voor een onderzoeksdag. Toch kunnen de onderzoekers hersenscans maken op alle leeftijden vanaf 8 jaar: ‘Kinderen komen bij ons als ze 8, 9 óf 10 jaar zijn, en daarna om de 3 jaar. De leeftijd waarop kinderen beginnen met het onderzoek, en waarop ze bij ons terugkomen, verschilt dus steeds. Als je alle kinderen alleen op 9-jarige leeftijd meet en daarna allemaal weer bij 13, dan kun je over de tussenliggende periode niets zeggen, terwijl dat cruciale jaren zijn: de ontwikkeling gaat supersnel in de puberteit. Het is dus beter om alle leeftijden te meten, maar dat is logistiek wel een grotere uitdaging!’
(lees verder onder de afbeelding)

Wat is eigenlijk normaal?
Naast wetenschapper is Charlotte moeder van drie kinderen. ‘Mijn oudste dochter zit net in de puberteit. Ik heb het geluk dat het bij haar tot nu toe makkelijk verloopt. Ik zie anderen om me heen die het veel lastiger hebben met hun kinderen. Dan denk ik bij mezelf: waar ligt dat nou aan? Waarom gaat mijn kind fluitend de middelbare school door, en andere kinderen niet? Ik merk in mijn omgeving dat mensen behoefte hebben aan handvatten: hoe kan ik zelf invloed hebben?’
Leren begrijpen waarom het ene kind probleemloos opgroeit en het andere niet, kan helpen om daarna oplossingen te zoeken en bijvoorbeeld zorg en onderwijs te verbeteren. ‘Als je weet hoe het werkt, weet je ook waarop je kunt ingrijpen.’ Ontzettend veel factoren bepalen hoe een kind zich ontwikkelt, en de verschillen tussen mensen zitten vaak in hele kleine dingen. Daarom is het nodig om zoveel kinderen te onderzoeken.
‘We hebben veel gegevens nodig om erachter te komen wat het gedrag van kinderen beïnvloedt’, legt Charlotte uit. ‘Niet alleen hoe je hersenen groeien, maar ook: hoe gaat het op school, wat eet je thuis, hoe zit het met vriendjes, televisie, social media, enzovoort? Mensen helpen ons en de kinderen van morgen enorm als ze meedoen. Uiteraard gaan we op een veilige manier met de gegevens van al onze deelnemers om.’
Inwoners van de provincie Utrecht kunnen zichzelf aanmelden voor het onderzoek, maar om meer mensen te bereiken werkt YOUth samen met scholen en verloskundigen uit de regio. ‘Veel van hen staan achter YOUth en informeren samen met ons ouders en kinderen over het onderzoek. Dat gaat heel goed.’ Veel kinderen vinden het leuk om mee te doen, merkt Charlotte. ‘Hun enthousiasme vind ik ongelofelijk leuk. Vooral de MRI-scan is populair. En de meeste kinderen vinden het geen probleem om bloed te geven, hartstikke stoer. En fijn voor het onderzoek, want uit bloed kunnen we heel veel aflezen.’
Sterker nog, in bloed kun je bijna alles meten. ‘Bloed heeft bijvoorbeeld de beste kwaliteit DNA, het erfelijke materiaal dat je van je ouders meekrijgt. En we kunnen alles meten wat je lijf zelf aanmaakt, of wat aan stoffen in je bloed terechtkomt doordat je het inneemt: van hormonen tot wat je gegeten hebt. Ook kunnen we uit bloed informatie halen over bijvoorbeeld je immuunsysteem.’
Geduld is een schone zaak
Naast bloed verzamelt YOUth haar en wangslijmvlies en bij de oudere kinderen speeksel. Ook uit deze stoffen kunnen de onderzoekers veel leren: ‘We kunnen bijvoorbeeld stresshormonen, maar ook blootstelling aan tabak, drugs en andere chemicaliën in je haar terugzien. En in speeksel meten we vooral geslachtshormonen. Ook wangslijmvlies is interessant materiaal voor ons, omdat je wangcellen uit dezelfde stamcellen komen als waar je hersenen uit zijn gemaakt.’
Het duurt nog even voordat we de eerste resultaten van YOUth kunnen verwachten: ‘We willen weten wat bepaalt hoe een kind zich door de jaren heen ontwikkelt. Hoe beïnvloedt wat er nu gebeurt zijn of haar latere leven? Daarvoor moeten kinderen minimaal twee keer in het KinderKennisCentrum zijn geweest, dus daar gaat zeker zes jaar overheen.’
Ook voor de onderzoekers zelf is dat heel spannend: ‘We verzamelen eerst alle gegevens, en gaan ze daarna pas analyseren. Als je er tussentijds conclusies aan verbindt, beïnvloedt dat het onderzoek dat je daarna doet. Dat is niet de bedoeling; we doen gedegen onderzoek waar straks resultaten van hoge kwaliteit uitkomen. Maar het liefst zou ik elke dag even willen kijken, want net als elke onderzoeker ben ik ontzettend nieuwsgierig!
YOUth zoekt 3.000 zwangere vrouwen en 3.000 kinderen van 8, 9 of 10 jaar die mee willen doen. Meer weten? Vraag vrijblijvend ons informatiepakket aan!
Lees ook
Weetjes over onze 1.000 deelnemers
Vind Charlotte Onland-Moret op onze medewerkerspagina