YOUth

Het laatste nieuws

Sociale media & jongeren: verslag online lezing

Zijn sociale media nou echt zo slecht? Je kind vindt vast van niet. En misschien komt het jou als ouder soms ook wel goed uit als je kind even rustig achter een scherm zit. Maar hoe erg is dat? Wat weten we hierover? En hoe kun je als ouder je kind begeleiden om zich veilig te begeven in de online wereld?

Deze vragen beantwoordden Dr. Helen Vossen en Dr. Ina Koning van de Universiteit Utrecht tijdens de YOUth-lezing over sociale media op 9 maart 2022. Dit artikel is een samenvatting van hun presentatie.

Er is nog niet heel veel onderzoek gedaan naar het gebruik van sociale media, omdat het een redelijk nieuw medium is. De zorgen die er zijn als een nieuw medium populair wordt is, zijn níet nieuw. Die zorgen waren er ook toen de radio, televisie en videogames hun intrede deden.

Maar hoe verslavend zijn sociale media? En hoe beschermen we jongeren tegen de negatieve effecten ervan? Wat al wel bekend is uit onderzoek lees je in dit artikel.

De aantrekkingskracht van sociale media
Waarom is het voor tieners toch zo moeilijk om te stoppen met sociale media? Dat komt doordat het zo goed aansluit bij belangrijke ontwikkelingskenmerken van tieners. Namelijk:

  1. Tieners worden autonoom. Dat betekent dat ze steeds meer dingen zelf willen bepalen en doen. Ze komen los van hun ouders.
  2. Vrienden worden daarbij steeds belangrijker. Tieners leren duurzame vriendschappen op te bouwen.
  3. Tieners ontwikkelen een eigen identiteit. Ze ontdekken wie ze zijn, en wie ze willen worden.

Sociale media zijn een instrument voor tieners om deze doelen te bereiken. Het heet niet voor niets sociale media; het is juist bedoeld om vriendschappen te onderhouden en nieuwe mensen te leren kennen. Je kan de hele dag in contact zijn met mensen, veel meer nog dan in de offline wereld. Sociale media zijn ook een instrument om naar anderen te kijken en te ontdekken op wie je zou willen lijken, en op wie niet. Je kan veel meer mensen bekijken dan je in je directe, offline omgeving  ziet. Bovendien kan je ook nog eens oefenen op je zelfpresentatie en ervaren hoe anderen daar op reageren.  Tenslotte bieden sociale media tieners autonomie, want je bepaalt zelf wat je deelt, met wie je iets deelt en wanneer je het deelt. Dat geeft een enorm gevoel van controle. Je kan goed nadenken over een reactie of voordat je iets online zet. Tieners geven zelf aan dat ze online communiceren fijner vinden dan communiceren offline.

Invloed op het zelfvertrouwen
Die controle zorgt er ook voor dat de wereld er online vrij perfect uitziet en de vraag is of dat  invloed heeft op het zelfvertrouwen van tieners. Het is echter lastig om een eenduidig antwoord te geven op die vraag, omdat er verschillende processen tegelijkertijd spelen.

Aan de ene kant zorgen sociale media voor sociale vergelijking. Jezelf vergelijken met anderen is heel normaal. We doen het allemaal. Omdat iedereen zich van zijn beste kant laat zien op sociale media vergelijken we vooral opwaarts. Dus met mensen die het beter hebben, mooiere kleren en een beter uiterlijk hebben en die leukere dingen doen. Onderzoek laat zien dat het vergelijken met mensen die beter af zijn dan wijzelf een negatieve invloed heeft op ons zelfvertrouwen. Dat geldt vooral voor het  fysieke zelfvertrouwen, dus hoe je over je lichaam denkt. Jongeren die veel sociale media gebruiken kunnen daarom een lager lichaamsbeeld ontwikkelen.

Maar er is nog een ander proces, die van de positieve feedback. Sociale media zijn er voor gemaakt om op elkaar te reageren. Jongeren communiceren vooral met mensen die ze al kennen, dus als ze iets posten krijgen ze daar vaak positieve feedback op. Die positieve feedback geeft juist een goed gevoel en kan een boost zijn voor het zelfvertrouwen.

De onderstaande afbeelding komt uit een onderzoek van Universiteit van Amsterdam waarin ongeveer 1.000 14-15 jarigen werden gevraagd: Hoe voel  je je als jezelf vergelijkt met anderen op sociale media?

Bron: van Driel et al. (2019)

In deze afbeelding is te zien dat tieners overwegend positieve emoties ervaren. Ze leven mee met anderen, kijken positief naar zichzelf, raken geïnspireerd en zijn trots op zichzelf. Er zijn ook negatieve emoties, maar dat is 20-30 procent van de gevallen, de positieve ervaringen komen dus vaker voor.

Een ander positief punt: jongeren hebben via sociale media veel sociale contacten en kunnen daardoor hun sociale vaardigheden verbeteren. Vaardigheden die nodig zijn voor het aangaan van vriendschappen.

Wanneer wordt sociale media gebruik problematisch?
Maar hoe zit het dan het welzijn van jongeren? Iedereen heeft in de media de berichten wel eens gezien over depressieve klachten onder jongeren en de relatie die daarin wordt gemaakt met sociale media. Er zijn inderdaad studies die de relatie tussen sociale media en lager mentaal welzijn bevestigen. Alleen zijn dit vaak studies gemeten op slechts één moment. Daar komt dan uit dat jongeren die meer sociale media gebruiken hoger scoren op depressieve klachten. Maar dat zegt nog niets over oorzaak en gevolg. Voelen jongeren zich slechter doordat ze veel op sociale media kijken? Of zijn het jongeren die niet lekker in hun vel zitten, die juist veel op sociale media kijken? Het is moeilijk uit elkaar te halen wat de oorzaak is en wat het gevolg. In longitudinaal onderzoek, dus met meer metingen op verschillende momenten bij hetzelfde kind wordt die  relatie niet aangetoond. De hoeveelheid sociale media is misschien niet de juiste maat om het welzijn van jongeren te bepalen.

In de praktijk wordt daarom niet zo zeer gekeken naar hoe lang jongeren sociale media gebruiken,  maar of een kind problematisch sociale mediagebruik laat zien. Dat is iets anders dan heel veel sociale media gebruiken. De kenmerken van problematisch sociale media gebruik zijn:

  • controleverlies
  • preoccupatie (er de hele tijd aan denken)
  • conflict ten gevolge van
  • ontwenningsverschijnselen
  • escapisme (niet hoeven denken aan nare dingen)
  • tolerantie (steeds meer moeten gebruiken om goed gevoel te krijgen)
  • problemen ten gevolgen van
  • liegen over gebruik
  • gaat ten koste van andere bezigheden

Problematisch sociale mediagebruik leidt wel degelijk tot:

  • meer depressieve gevoelens
  • meer impulsiviteit
  • lagere schoolcijfers

De volgende vraag is dan hoe je weet of een kind problematisch gedrag vertoont. Daarvoor wordt gekeken naar het aantal symptomen. Bij 2-5 symptomen is er sprake van risicovol gedrag en bij meer dan 5 symptomen van problematisch gedrag. Bekend is dat 3,6 procent van de tieners problematisch gebruik laat zien (dus meer dan 5 symptomen), tegenover 36 procent met risicovol gedrag (2-5 symptomen). Problematisch gebruik van sociale media komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens.

In onderstaand overzicht is te zien hoe vaak symptomen worden gerapporteerd. Daarin zie je dat sociale media vooral worden gebruikt om niet aan vervelende dingen te denken.

 

Hoewel het percentage problematisch gebruik niet zo groot is, is het percentage dat risicovol gedrag laat zien wel hoog.  Daarom is het belangrijk om te kijken naar wat deze groep anders maakt dan de groep die normatief (normaal) gebruik laat zien, en wat de rol van de ouders is.


Rol van de ouders
Doordat er beperkt onderzoek is naar sociale media gedrag, komt dat wat bekend is over de rol van ouders grotendeels uit onderzoek naar andere risicogedragingen, zoals alcohol- of drugsgebruik.

Uit dat onderzoek wordt duidelijk dat je als ouder een voorbeeldrol hebt. Dus wat jij als ouder online doet beïnvloedt ook het smartphone en sociale media gebruik van je kind. Het grote verschil met andere risicogedragingen is dat er voor ouders ook een eigen belang aan zit om je kind sociale media te laten gebruiken. Het kan een rustmoment zijn voor jou als ouder, maar ook voor je kind.  Ga maar na, als je bij de dokter zit te wachten is het best handig als je kind even bezig is met sociale media. Dat is echt anders dan bij drugs- of alcoholgebruik.

Maar hoe bewust ben je als ouder van je eigen telefoongebruik als kinderen er bij zijn? Uit onderzoek van onder andere Ina blijkt dat ouders zich daar niet altijd bewust van zijn.  Veel ouders die in het bijzijn van hun kind met hun telefoon bezig zijn doen dat vaak om dingen te regelen; voor het werk of voor het kind zelf. Belangrijke dingen die nou eenmaal geregeld moeten worden. Maar voor jouw kind zijn de momenten die het besteed aan sociale media misschien wel net zo belangrijk. Wie bepaalt wat er belangrijk is? Wees je daar van bewust.

Ook is het goed om je als ouder te realiseren wat je precies weet over het gebruik van je kind. Veel ouders denken heel goed te weten hoeveel tijd hun kind online is.  In hetzelfde onderzoek van Universiteit Utrecht zijn ouders en kinderen (10-12 jaar) gevraagd of de kinderen op schooldagen meer dan 3 uur online mogen. Dan is het opvallend dat 27 procent van de kinderen zegt dat dit vaak mag ten opzicht van 5 procent van de ouders (zie onderstaande afbeelding). Je zou hier uit kunnen opmaken dat er geen regels zijn, of dat ze niet goed worden opgevolgd. We kunnen in ieder geval stellen dat ouders vaak onderschatten hoe lang hun kind online is.

Ook is gekeken naar hoe streng ouders zijn. Mogen kinderen bijvoorbeeld hun telefoon meenemen naar de slaapkamer als ze gaan slapen. 27 procent van de ouders zegt dat het nooit mag, maar 53 procent van de middelbare scholieren zegt de telefoon wel mee te nemen voor het slapen gaan.

Wat kan je als ouder doen?
Opvoeden gaat over de balans tussen controleren en steunen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen twee opvoedstrategieën, dus dingen die ouders kunnen doen ten behoeve van die controle en steun:

  • regels aanbieden
  • praten met je kind

Regels
Onderzoek laat zien dat het vooraf maken van afspraken met je kind goed werkt. Dat zijn bijvoorbeeld afspraken over wel of geen telefoon tijdens het eten of meenemen naar de slaapkamer of hoe lang je  kind op de telefoon mag. Dat werkt beter dan wanneer je als ouder reageert op gedrag dat al gaande is,  en dat je wil stoppen.  Vooraf afspraken maken werkt vooral goed bij meisjes. Goed om te weten is dat meisjes meer met sociale media bezig zijn dan jongens.

Praten met je kind
Interesse tonen in het online gedrag van je kind is belangrijk. Vraag naar wat je kind heeft gedaan online, welke games je kind speelt en welke sociale media het gebruikt.

Sociale media en slaapkwaliteit
In onderzoek is ook gekeken naar de invloed van sociale media op slaapkwaliteit van middelbare scholieren. Daaruit blijkt dat de slaapkwaliteit van kinderen beter is als de regel geldt dat je het kind niet meer voor het slapengaan op de telefoon mag. Maar dat gaat alleen op voor kinderen die geen problematisch sociale gedrag vertonen. Is dat wel het geval dan heeft deze afspraak geen invloed meer op de slaapkwaliteit. Het is dus belangrijk om deze afspraak te maken, maar wel voordat je kind problematisch gedrag laat zien. Maak dus vanaf het begin al duidelijke afspraken met je kind.

Meer risico op problematisch gedrag
Ina en Helen zijn zelf betrokken bij het onderzoek Digital Family waarin ouders en kinderen langere tijd gevolgd worden. De eerste resultaten zijn net bekend (moeten nog gepubliceerd worden) en daaruit wordt duidelijk dat een aantal factoren het risico op problematisch sociale media gedrag verhogen. Het gaat om de volgende actoren (rode pijlen in onderstaand figuur):

  • schermtijd van de ouders
  • gebruik van smartphone tijdens interactie met kind ( of je de telefoon pakt als je met je kind praat)
  • en reactief reageren op sociale mediagebruik van het kind (om het te stoppen) .

Daar tegenover staat dat het vooraf maken van afspraken een beschermend effect heeft en de kans op problematisch gebruik verkleint.

Tips voor ouders
Samenvattend zijn dit de tips voor ouders:

  • Wees je bewust van jouw invloed op het sociale mediagedrag van je kind. Je bent een voorbeeld voor je kind.
  • Je kind sociale media laten gebruiken heeft ook voordelen voor jou als ouder. Het is prima om het in te zetten zodat je zelf rust hebt of tijd hebt om iets te doen, maar ben je er bewust van wanneer je het inzet.
  • Maak vooraf afspraken. Doe dit bij voorkeur samen met je kind. Dan ben jij niet degene die het oplegt. En het zal je nog verrassen waar kinderen zelf mee komen. Hang die afspraken zichtbaar op.
  • Toon interesse, wees betrokken en praat met je kind over het sociale media gebruik. Vraag naar wat ze online doen, waar ze tegen aan lopen, wat ze lastig vinden, wie er in een groep zitten, etc.

Meer informatie
Vond je dit interessant en ben je benieuwd naar een extra stukje verdieping?

Lees dan ook het artikel Tieners in lock-down: aan huis gekluisterd en toch verbonden? Hierin lees je meer over de hersenen en het gebruik van sociale media.

Daarnaast raden we je aan de podcast Jong Geleerd te volgen. De podcast is bedoeld voor professionals, maar is zeker ook interessant voor ouders. Elke maand verschijnt er een nieuwe aflevering. Over gaming verschijnt later dit jaar ook een aflevering.

Op deze websites vind je ook meer informatie over sociale media en schermgebruik: