YOUth

Het laatste nieuws

Vliegensvlugge baby’s: Interview met onderzoeksassistent Laura Wielemaker

Achter de schermen van ons onderzoekscentrum vinden we talloze bijzondere, ontroerende en inspirerende verhalen. Zoals dat van onze onderzoeksassistent Laura (24), die erg geniet van het werken met al die kleintjes. “Bij YOUth zie je pas echt hoe verschillend mensen zijn.”

Wat is jouw rol binnen het onderzoek?
Sinds maart 2021 werk ik als onderzoeksassistent bij YOUth. Ik assisteer bij de metingen en de dataverzameling. YOUth heeft verschillende meetrondes, vanaf de eerste 20-wekenecho tot in de tienertijd. Ik zei gelijk: zet mij maar bij de kleintjes! Ik assisteer nu bij de baby’tjes van 5 en 10 maanden en dat bevalt heel goed.

Wat vind jij zo leuk aan die allerjongste leeftijdsgroep?
Ik heb Pedagogische Wetenschappen gestudeerd en een master gedaan in preventieve jeugdhulp en opvoeding. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in mensen en hun ontwikkeling. Bij YOUth vind ik het superleuk om al die verschillende kindjes mee te maken in verschillende stadia van ontwikkeling; elke baby is anders. Daarnaast vind ik ze gewoon heel schattig. En ze zijn ook zó vermakelijk.

“Het gebeurt weleens dat zo’n baby’tje, in een onoplettend moment, vliegensvlug van het kleed af en uit beeld kruipt.”

Wat maak je zoal mee?
Bij YOUth doen we een ‘observatie’, waarbij we kijken naar de interactie tussen ouder en kind. De kinderen moeten dan op een kleed blijven spelen zodat onze camera’s ze goed kunnen filmen. Bij baby’s van 5 maanden lukt dat nog wel. Maar baby’s van 10 maanden pikken van alles op. Bij elk geluidje zie je ze kijken van: waar kwam dat vandaan? Ze hebben soms door dat er iemand achter het scherm zit. Het gebeurt weleens dat zo’n baby’tje, in een onoplettend moment, vliegensvlug van het kleed af en uit beeld kruipt. En dan komt er bij ons ineens zo’n koppie om de hoek kijken. Vanwege de onderzoeksetting mag je daar als onderzoeker of assistent geen aandacht aan geven, dus blijven we zo zitten [kijkt met serieuze blik voor zich uit]. Maar eigenlijk vinden we het hilarisch.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?
Ik begin op tijd in het KinderKennisCentrum en zorg ervoor dat alle ruimtes klaarstaan. De vraag: “is mijn baby er al?”, is bij ons heel gewoon. Met de metingen zelf zijn we misschien maar anderhalf uur bezig, maar we reserveren er altijd een hele ochtend of middag voor. Op die manier kunnen kindjes nog even slapen of eten als ze daar behoefte aan hebben en is er alle tijd. Vóór elke opdracht leg ik aan de ouder uit wat we gaan doen, bijvoorbeeld een observatie, of een onderzoek dat de oogbewegingen volgt; daarna begeleid ik ze naar de onderzoeksruimte. Voor de ouders is het een heel welkom uitje, zo in coronatijd. Omdat ik hier nog maar een jaar werk, weet ik niet beter dan dat ik altijd een mondkapje draag en afstand moet houden. Vooral dat laatste vind ik wel heel jammer.

“Alle deelnemers aan YOUth zijn zo enthousiast. Dat maakt het heel dankbaar werk”

Wat was interessant inzicht uit jouw eigen studie, dat je nu kunt toepassen?
Je kunt al vanaf héél jonge leeftijd verhalen aan je kinderen vertellen. Dat is zelfs goed. Vaak denken mensen: een boekje voorlezen? Hij is pas vijf maanden, daar begrijpt hij toch niks van? Maar ook al begrijpen baby’s het niet, ze slaan het tóch ergens op in hun hoofdje. En dat kan zeker positieve invloed hebben op hun ontwikkeling. Verder kijk ik vooral uit naar de inzichten en de artikelen die dit onderzoek op gaat leveren. Want we hebben zoveel data, dat is echt ongelooflijk.

Wat vind je leuk aan je werk voor YOUth?
Ik leer heel snel superveel. Door al die verschillende kinderen en ouders te zien, en al die stappen in de ontwikkeling van dichtbij mee te maken, doe ik veel praktijkervaring op. Je kunt er wel over lezen in boeken, maar hier zie je pas echt hoe verschillend mensen zijn. Iedere ouder speelt en praat weer anders met diens kind, iedere baby reageert weer anders. Wat ik ook heel leuk vind, is dat alle deelnemers aan YOUth zo enthousiast zijn. Dat maakt het heel dankbaar werk. Nog een grappig verhaal: Laatst was er een moeder bij ons met een baby met een mooie, aparte naam. ‘Hoe ben je op die naam gekomen?’, vroeg ik. Ze vertelde dat ze na haar echo, hier in het KKC, onze fotomuur nog even bekeek: een wand met allemaal foto’s van onze jongste deelnemers. En terwijl ze zo naar die namen keek, die eronder staan, wist ze ineens hoe ze haar kindje wilde noemen. Leuk hè?

***
Laura Wielemaker is onderzoeksassistent Metingen bij YOUth.