Het laatste nieuws
De transitie naar het ouderschap: dubbelinterview met Barbara en Judith van verloskundigenpraktijk Fam.
Achter de schermen van ons onderzoekscentrum vinden we talloze bijzondere, ontroerende en inspirerende verhalen. Zoals die van Barbara Steenhoff en Judith Reijnierse, die in 2017 hun eigen verloskundigenpraktijk startten.
Judith: “In 2019 was ik samen met mijn toen achtjarige dochter Ella op de wetenschapsdagen van de Universiteit Utrecht. Daar hoorden we over YOUth. Ella is in van alles geïnteresseerd en dit leek me voor haar een mooie kans om eens een wetenschappelijke omgeving mee te maken. Zelf vond Ella het ook een prima idee om mee te doen omdat ze dan af en toe niet naar school hoefde.” (Lacht)
Barbara: “Is het ook niet zo dat het een soort barrière wegneemt? Omdat je hiermee een ziekenhuisomgeving positief labelt, bijvoorbeeld?”
Judith: “Dat kan, maar dat speelde bij ons niet. Ik vond het voor Ella vooral een goede manier om zoveel mogelijk ervaring op te doen. Helaas kwam er vlak daarna, door corona, een stop op de aanmeldingen.”
Barbara: “Ik was al een beetje bekend met het YOUth-onderzoek door mijn vorige werk bij Verloskundigen Maarssenbroek. Dus toen er in 2018 iemand van YOUth bij Fam langskwam, dachten we allebei meteen, ja, hier staan we achter. Sommige onderzoeken zijn vaag, of gaan over een onderwerp waar je liever niet aan denkt. YOUth is juist heel toegankelijk en laagdrempelig. Het is duidelijk wat er van jou en je kind verwacht wordt en wat het doel is. Deelname is voor veel mensen een manier om hun steentje bij te dragen.”
“Misschien wordt dankzij het YOUth-onderzoek over twintig, dertig jaar een bepaald advies aan zwangeren of aan ouders uitgebracht, over iets waar we ons nu nog niet bewust van zijn.”
Judith: “Best een aantal cliënten van ons doen mee. Ik hoor regelmatig: ‘We hebben laatst nog een 3D-echo gehad voor YOUth.”
Barbara: “We krijgen op de lange termijn hopelijk meer inzicht in hersenontwikkeling en de ontwikkeling van kinderen. Zo’n onderzoek raakt aan jezelf, als ouder. En het raakt ons werk, als verloskundigen. Misschien wordt dankzij dit onderzoek over twintig, dertig jaar een bepaald advies aan zwangeren of aan ouders uitgebracht, over iets waar we ons nu nog niet bewust van zijn.”
Judith: “Dit kan inderdaad het soort onderzoek zijn waar praktische adviezen uitkomen die heel toepasbaar zijn voor de eerstelijnszorg: de huisartsen, de fysiotherapeuten, de verloskundigen. In ons werk hebben wij veel te maken met interventies die niet evidence based zijn maar wel practice based. Wat zou het leuk zijn als er uit het YOUth-onderzoek evidence komt die bepaalde interventies onderbouwt. Of waaruit juist blijkt dat bepaalde interventies niet zinvol zijn. De term watchful attendance is toevallig net door hoogleraar verloskundige wetenschap Ank de Jonge in de wetenschap geïntroduceerd. Een term om aan te geven wat we meestal ‘doen’ tijdens een baring. Er gewoon zijn. Kijken wat er gebeurt, niet ingrijpen in het proces als dat proces goed gaat. En goed gaat het meestal.”
“In ons werk hebben wij veel te maken met interventies die niet evidence based zijn maar wel practice based. Wat zou het leuk zijn als er uit het YOUth-onderzoek evidence komt die bepaalde interventies onderbouwt.”
Barbara: “Alle verloskundigen en doula’s weten hoe groot de positieve invloed is van een professional die tijdens de bevalling bij je is en op je let. Wij wisten dat al, uit ervaring, maar nu is er ook onderzoek naar gedaan. In veel westerse landen verdwijnt de verloskunde langzaamaan naar de achtergrond. Judith en ik strijden enorm voor de autonomie van eerstelijns verloskundigen, want die autonomie vergroot de keuzevrijheid van vrouwen.”
Judith: “In de verloskunde bestaan een aantal protocollen. Een protocol gaat over het indammen van een risico op een bepaald facet. Maar een protocol kijkt niet naar de mens erachter. Ik kan niet beslissen voor een zwangere. Ik breng mijn expertise en ervaring in. Zij brengt haar normen, waarden, levenservaring, wensen, haar hele menszijn in. Het kan zijn dat het risico van een interventie – ingrijpen is ook niet zonder risico – zwaarder weegt dan het voordeel van de interventie. Dan maakt zij een andere keuze dan het protocol adviseert. Uiteindelijk gaat het om het kind van beide ouders en om de zwangere in aan wiens lijf alles gebeurt. Zij beslist, na zorgvuldige informatievoorziening door ons en eventueel door de gynaecoloog.”
Barbara: “Wij spreken ook uit ervaring. Wij zijn allebei eerst moeder geworden en daarna verloskundige. Op de opleiding waren we echt de oude garde.” (Lacht)
Judith: “Jij had er al drie rondlopen toen je begon en mijn dochter was net tien maanden. We kwamen elkaar in het derde jaar van de opleiding tegen en merkten dat we op dezelfde golflengte zaten. Sommige dingen die we doen in onze verloskundigenpraktijk komt voort uit onze eigen ervaringen in de kraamtijd; zaken die we liever anders hadden gezien. Zo bellen we alle kraamvrouwen na de kraamweek nog een keer op, omdat we zelf hebben ervaren dat er een groot gat zit tussen het eind van de kraamweek en de nacontrole, zes weken na de bevalling.”
Barbara: “Ik kreeg mijn eerste kind op mijn vierentwintigste. Ik had een prima zwangerschap en bevalling. Maar zes weken later zat ik met een smal snoetje en een baby’tje op de arm in de praktijk te huilen. Mijn verloskundige was een lieve vrouw en ze leefde met me mee, maar na tien minuten kreeg ik te horen dat mijn tijd op was. Pas jaren later dacht ik: wat gek, eigenlijk.”
“Ouderschap begint al tijdens de zwangerschap”
Judith: “Ik was ervan overtuigd dat ik geen goede moeder was en hing huilend met mijn verloskundige aan de telefoon. Na de kraamtijd kun je in een zwart gat vallen, ik was daar graag meer in begeleid. Barbara en ik misten dus allebei aandacht voor de transitie naar het ouderschap. Dat kristalliseerde zich uit toen we over een eigen praktijk begonnen te praten. We vroegen ons af hoe je al in de zwangerschapsbegeleiding al zaadjes kunt planten voor de overgang naar het ouderschap.”
Barbara: “Want ouderschap begint dáár al: tijdens de zwangerschap.”
Judith: “Eén van de dingen die we nu bijvoorbeeld altijd zeggen, is: wees mild voor jezelf. Mensen kunnen zo streng voor zichzelf zijn. Het moet allemaal perfect. En het zou fantastisch zijn als je zwangerschap één lange, gelukkige periode was waarin je in een zwierige jurk over het strand huppelde, maar zo werkt het leven niet.”
Barbara: “Ik hoop dat we met onze aanpak mensen helpen om sterk met beide benen op de grond te staan, zodat ze mee kunnen deinen op wat het leven brengt.”
***
Barbara Steenhoff en Judith Reijnierse werken bij (en zijn eigenaar van) verloskundigenpraktijk Fam. in Lunetten, Utrecht.